Wie was Guido de Brès?

Guido de Brès

Jerome met de rode baard

Omdat verschillende mensen vervolgd worden, vluchten er een boel mensen het land uit. Zo ook Guido de Brès. Hij woont nu in Engeland, daar is het veilig. Maar dan sterft de koning van Engeland. Zijn zuster wordt de nieuwe koningin. Zij is rooms-katholiek en vervolgt de gereformeerden in Engeland ook.

Veel vluchtelingen keren weer terug naar hun eigen land. Guido de Brès ook. Hij reist door het land en onderweg preekt hij. Dan wordt hij dominee in Doornik. Het is gevaarlijk werk want verraders waren overal. Guido de Brès neemt een schuilnaam. Voortaan heet hij Jerome. Jerome met de rode baard wordt hij genoemd.

 

 

In Doornik kan Guido de Brès rustig werken. Men weet eigenlijk niet dat Jerome een gereformeerde dominee is. Sommige mensen van zijn gemeente zijn boos. Boos omdat zij altijd in het geheim bij elkaar moeten komen. Boos omdat zij geen kerkgebouw hebben. Eigenlijk vinden ze dat de roomsen met geweld weggejaagd moeten worden. Ze willen de kerk van de roomsen met geweld in bezit nemen. De beelden die in de kerk staan, die moeten kapot geslagen worden. Maar Guido is het daar niet mee eens. Hij wil de mensen van zijn gemeente duidelijk maken dat bij het dienen van de Here geen geweld bij past. Ook wil hij koning Filips II laten zien dat gereformeerde mensen gewoon de Here willen dienen.

De geloofsbelijdenis over de muur gooien

Guido de Brès gaat hard aan het werk. Hij maakt een boekje waar al die dingen in komen te staan. Het boekje bestaat uit 37 hoofdstukjes. Guido de Brès noemt het boekje Belijdenis van het geloof. Het boekje van Guido de Brès wordt gedrukt en iedereen kan het boekje krijgen. Maar hoe krijgt hij het boekje nu bij koning Filips II? Moet Guido het boekje zelf aan een tussenpersoon geven? Nee, dat is te gevaarlijk, dan wordt hij gelijk opgepakt. Misschien wil iemand van de gemeente het boekje met de brief wel in de nacht over de muur van het kasteel gooien. Dan wordt het boekje vast wel gevonden.

Zo gezegd, zo gedaan. Op 1 november 1561 wordt het boekje van Guido de Brès over de muur gegooid. Het boekje gevonden, de bestuurder schrikt. Het is een boekje van een ketter! Hij stuurt het naar Brussel. Margaretha van Parma geeft bevel om die ketter in Doornik op te pakken. De hele stad wordt doorzocht. Gereformeerde mensen worden gevangen genomen. Zij moeten vertellen hoe hun dominee eruit ziet. Gelukkig kan Guido vluchten naar Frankrijk.

In 1566 komt Guido de Brès in het geheim weer terug. Opnieuw trekt hij het land door en preekt overal. Niet lang daarna wordt hij met een andere gereformeerde dominee gevangen genomen. Ze krijgen de doodstraf. Op 31 mei 1567 worden beide predikanten opgehangen.

De (in 1562 in het Nederlands vertaalde) Nederlandse Geloofsbelijdenis kreeg grote bekendheid en werd later aanvaard als een van de belijdenisgeschriften van de Gereformeerde Kerk in de Nederlanden.

Wil jij een optimale website? Dan hebben we wat cookies van je nodig. Pas mijn voorkeuren aan